Competenties en leeruitkomsten

1) Professionele sportkundige identiteit

- Situatie: Voor het vak Sport & Identiteit zijn we bezig geweest om erachter te komen wat je sportkundige identiteit is. Als eindproduct moesten we een digitaal product maken waar we antwoord gaven op de volgende 4 vragen:

Wie ben ik als sporter?

Waar ligt mijn hart voor sport?

Wie wil ik zijn als toekomstige sportkundige?

Wat wil ik uitstralen?

 

- Taak: In periode 1 kregen we het vak sport en identiteit. Hierbij moesten we onderzoek doen naar je bravo factoren en deze presenteren aan de docent.

- Actie: Om je eigen Bravo- factoren te benoemen moest ik eerst kijken waar deze letter voor stonden. Bewegen, roken, Alcohol, voeding, ontspanning. Vervolgens ging ik kijken wat de invloed van deze factoren op mij is.

- Resultaat: Na afloop van dit onderzoek had ik een beter zelfbewustzijn aangaande deze factoren en mijn presentatie afgesloten met een 6.5.

- Reflectie: Zoals wel vaker wist ik niet precies hoe ik deze factoren moest beschrijven voor mezelf. Na informatie te hebben verzameld bij klasgenoten kwam ik daar beter achter.  

 

 

2. Handelt methodisch en evidence informed

  • Situatie: APA-stijl richtlijnen voor bronvermelding leren toepassen voor essay.
  • Taak: Persoonlijk ben ik niet erg sterk in het invoegen van grafieken in word of ontwerpen van een factsheet of iets dergelijks. Maar omdat je de APA-stijl richtlijnen de komende jaren nog zeker nodig zal hebben besloot ik Lennart wie wel handig is met de computer te vragen om mij de APA-stijl richtlijnen uit te leggen.
  • Actie: In een tussenuur wat wij hadden op school, toen Lennart nog op school zat, spraken we af om het even door te nemen. Thuis heb ik een boekje waarin precies uitgelegd wordt hoe je het toepast dus die had ik meegenomen omdat ik het zelf niet helemaal begreep. Hij had het boekje niet nodig om het uit te leggen dus wat mij resteerde was luisteren en wat hij voor deed op zijn laptop na te doen.
  • Resultaat: Als resultaat weet ik nu hoe ik de APA-stijl richtlijnen moet toepassen. Dit kwam onder meer zeer van pas tijdens bronvermelding voor het essay.
  • Reflectie: Initiatief tonen door middel van het aanspreken van een medestudent was een goede keuze. In vergelijking met vorig jaar toen ik een andere opleiding volgde en ik eigenlijk al had moeten weten hoe de richtlijnen werken, heb ik nu wel om hulp gevraagd.

3. Werkt samen in teams en netwerken

  • Situatie: Kennismaking met de klassen van de KDC Dol-fijn.
  • Taak: Voor het Sportevenement uit periode 1 gingen Lennart, Melissa, Jarno en ik op bezoek bij de KDC Dol-fijn in Stadskanaal om ons gezicht te laten zien en te inventariseren welke beweegoefeningen wij met de kinderen zouden kunnen doen. Ook bezochten wij de ruimte waar het evenement plaats zou gaan vinden.
  • Actie: We vormden twee groepen van twee die om de beurt bij een klas langsgingen om contact met de kinderen en begeleiding te zoeken zodat we informatie konden inwinnen over de capaciteiten van de kinderen. Ieder groepje had pen en papier meegenomen zodat we konden opschrijven wat belangrijk was.
  • Resultaat: Na afloop van de klassenbezoeken en het bezoek aan de accommodatie wisten we wat de mogelijkheden waren voor het evenement.
  • Reflectie: Het was een goed idee om voordat we activiteiten zouden bedenken voor de kinderen eerst de doelgroep en de accommodatie onder handen te nemen, dit zodat duidelijk was wat er van mij verwacht werd en hoe ik op de minder-valide kinderen moet inspelen.

Bewijslast:

Klanttevredenheidsonderzoek Sportevenement. https://youtu.be/MW1nFDZggOU 

4. Communiceert optimaal

Competentie 4 is op dit moment mijn sterkste competentie binnen sportkunde. Ik kan goed luisteren naar anderen en wil graag helpen waar kan. Ik heb mijn eigen (innovatieve) ideeën en oplossingen voor bepaalde situaties die ik voorleg aan betrokkenen. Schrijven of verslagen maken vind ik leuk om te doen waardoor ik mijn schrijfstijl eenvoudig kan afstemmen per situatie. 4.3 'Communicatiemiddelen en applicaties' is wat ik meer moet gaan gebruiken om deze competentie nog sterker te maken.

 

Verbeterpunt: Digitale applicaties toepassen.

5. Handelt adequaat in een internationale en interculturele omgeving 

Zowel op nationaal als op internationaal niveau respecteer ik culturen van andere mensen. Mijn betrokkenheid zal echter nog wat beter kunnen, aangezien ik tot dusver weinig internationale vrienden heb weten te maken terwijl mij dat wel hartstikke interessant lijkt. Je hoort hierdoor toch vanuit andere culturen en maatschappelijke perspectieven hoe personen bepaalde dingen ervaren. 

 

Verbeterpunt: Internationale betrokkenheid tonen. 

6. Handelt verantwoord en toont betrokken burgerschap

Aan competentie 6 zal ik mij nog sterk moeten verbeteren om richting niveau C te gaan. Ik zal meer een persoonlijk oordeel moeten geven over bepaalde vraagstukken. Ik zou mij ook meer moeten verdiepen in de actualiteit in de wereld omdat ik merk wanneer ik een actualiteit tot me neem waar ik verstand van heb, betrokkenen hierbij van mijn standpunt en argumentatie kan voorzien. 

 

Verbeterpunt: Meer verdiepen in de actualiteit.

7. Onderzoekt en ontwerpt het sport- beweegaanbod

Situatie: Interview met mevrouw Janssen die tot de beoogde doelgroep behoort voor innovatief sportproduct.

Taak: Mijn taak was om een zelfgemaakt interview te houden bij persoon die in mijn doelgroep past om er zo achter te komen hoe zij tegenover ons product staat om zo het product te verbeteren.

Actie: Ik heb mevrouw Janssen eerst uitgelegd wat ons product inhoudt, vervolgens heb ik haar het prototype laten zien zodat zij het visueel kon maken van wat ik haar verteld had. Door middel van een videorecorder op mijn mobiele telefoon heb ik daarna een een-op-een-gesprek gevoerd met mevrouw Janssen gevoerd.

Resultaat: Na afloop van het gesprek wist ik hoe mevrouw Janssen aankeek tegen ons innovatief sportproduct. Zij heeft een aantal verbeterpunten genoemd zoals de moeilijkheidsgraad van de oefeningen en een aantal sterke punten zoals dat het boekje overzichtelijk en doordacht eruitziet.

Reflectie: Toen het gesprek was afgelopen en ik de videorecorder had stopgezet, praatten we nog even na over het gesprek en over het interview en kwam zij tot de conclusie dat het interview eigenlijk vrij vlot verliep, maar dat ik haar aan het begin iets duidelijker had moeten uitleggen over ons product. Dit zou gekomen kunnen zijn omdat ik aan het begin wat zenuwen had en je daardoor toch net wat sneller geneigd bent door het gesprek heen te gaan.    

 

Bewijslast: 

8. Organiseert, positioneert en begeleidt projecten en
programma’s ter bevordering van sport en bewegen

Situatie: Afnemen interview Anja van der Zwaag.

Taak: Mevrouw van der Zwaag is een patiënt van onze opdrachtgever Bianca Wildervank. Ik heb haar vragen gesteld om erachter te komen hoe zij over ons innovatieve sportproduct dacht en om haar sportparticipatie te verbeteren.

Actie: Net als met de andere interviews heb ik Anja eerst verteld over ons sportproduct en haar vervolgens het toenmalig huidige prototype laten zien. Nadat ik vragen had gesteld ging ik luisteren naar haar ervaring met bewegen en de belangrijkste aspecten opschrijven die ons product weer zou kunnen verbeteren.

Resultaat: Naar mate het gesprek vorderde kwamen we tot de conclusie dat het innovatieve sportproduct van Sportlive wel wat zou zijn voor mevrouw van der Zwaag. Tevens gaf zij Sportlive het advies om variatiemogelijkheden bij de oefeningen toe te passen, aangezien zij vond dat sommige oefeningen te zwaar voor haar zouden zijn. Dit heeft Sportlive inmiddels toegepast aan haar product.

Reflectie: Mevrouw van der Zwaag is de enige van de 5 geïnterviewden die ik van tevoren niet kende. Hierdoor was ik aan het begin misschien iets te terughoudend in mijn communiceren naar haar. Dit zou eventueel invloed gehad kunnen hebben op de eerste paar vragen die ik haar gesteld had. Na een paar vragen werd het gesprek comfortabeler en werd ik bereid meer door te vragen nadat zij geantwoord had. Ook leek bij haar het gevoel goed te zitten. Hopelijk heb ik haar kunnen motiveren in het feit dat bewegen een positieve invloed op haar gezondheid heeft.

 

9. Managet en leidt de werkprocessen van een sport- en
beweegorganisatie en is daarin ondernemend

Situatie: In de blokken 1.1 en 1.2 tijdens de projecten heb ik niet vaak de leiding genomen maar mij vaak taken laten geven zonder ontzettend veel inbreng daarin te hebben daarom was het mijn bedoeling om in blok 1.3 de leiding te nemen in het project.

Taak: Huidige situatieschetsen en taken uitdelen aan mijn medestudent.

Actie: Op een vriendelijke en duidelijke manier mijn projectgenoot taken uitdelen via communicatiemiddel Whatsapp Messenger. Vervolgens heb ik hem gevraagd hoe het ging en hoe ver hij was.

Resultaat: Ik had mijn studiegenoot de opdracht gegeven om de Stakeholders verder uit te werken en het verdienmodel af te maken, waar wij in de les al aan begonnen waren. De stakeholdersanalyse heb ik de volgende dag van hem gekregen.

Reflectie: Om mijn studiegenoot in actie te krijgen moest ik hem aansporen omdat uit hemzelf niet het idee kwam om hier mee verder te gaan. Wat blijkt is dat, wanneer je de leiding neemt en concrete afspraken met mensen maakt, dit resultaat oplevert.   

 

10. Ontwikkelt, evalueert en adviseert over strategie en beleid omtrent sport en bewegen

In blok 1.2 toont de sportkundige zijn interesse in de vereniging door trends en ontwikkelingen te volgen op gebied van de organisatie. Deze informatie verwerkt de sportkundige samen met de missie, visie en doelstellingen van de organisatie zodat er een adviesrapport ontstaat voor de opdrachtgevers. Uit de daaruit voortvloeiende evaluatie zou de sportkundige meer mee kunnen doen.

 

Verbeterpunt: Meer efficiëntie voor de organisatie te weeg brengen.